Een buurt waar het gezellig is. Waar kinderen met elkaar spelen op straat. Waar je als vanzelf even een paar boodschappen meeneemt voor de buurvrouw voor wie de winkel met haar rollator net te ver weg is. Waar je op zaterdagmiddag met elkaar op ‘het grasveldje’ een wijntje drinkt in de eerste lentezon. Zo’n buurt willen we allemaal wel. Maar tussen droom en daad staan wetten en praktische bezwaren… De kinderen kunnen helemaal niet spelen op straat want daar staan auto’s geparkeerd, voor ieder huis wel twee. Je weet helemaal niet dat de buurvrouw boodschappen nodig heeft want je kent haar niet. Om je tuin staat een manshoge schutting. En het laatste wat je wilt is een wijntje drinken met je buren op dat met hondenpoep besmeurde grasveldje. Laten ze Gr**## eerst die hond maar eens de deur uit doen. Samenleven, het lijkt ons allemaal zo mooi, maar in de praktijk valt het nog niet mee. Daarom moeten we zuinig zijn op plekken waar dat samenleven wel goed gaat.
Speeltuin De Hoef is zo’n plek. Fiets er op een willekeurige dag eens langs en je ziet een vrolijke oase, waar kinderen spelen, ouders praten, vrijwilligers klussen. Wit, bruin, zwart, arm, rijk, met hoofddoek, zonder hoofddoek, in maatpak of gewoon in spijkerbroek. De speeltuin ligt ingeklemd tussen Wijkcentrum West en het piepkleine speeltuingebouwtje. Zowel de professionals in het wijkcentrum als de vrijwilligers van de speeltuinverenging werken aan een wijk waar het voor iedereen prettig wonen is. Waar mensen elkaar kennen en op een goede manier met elkaar omgaan. Nu is het minigebouwtje van de speeltuin dringend aan vervanging toe. Als de voorzitter niest komt het dak twee centimeter omhoog. En dus is er geld nodig.
De vrijwilligers hebben zelf al een behoorlijk bedrag bij elkaar gebracht. Er zijn voor de bouw van het nieuwe onderkomen ook de nodige bedrijven gevonden die in natura een bijdrage willen leveren. Ook de woningbouwcorporatie en de gemeente doen een bescheiden duit in het zakje. Maar nog altijd is er een tekort. De komende tijd staat in het teken van bezuinigen. ‘Het mes gaat flink in de subsidies’, heeft het nieuwe college al aangekondigd. Of wijkcentrum West dan overeind kan en moet blijven is maar zeer de vraag, maar wat gebeurt er met de speeltuin? Ieder onderzoek wijst uit wat we zelf al lang weten: investeren in leefbare buurten en wijken levert per saldo flink geld op. Dat wat je in zo’n speeltuingebouwtje investeert bespaar je op termijn alleen al op vandalisme en politie inzet. Het lastige is dat diegene die nu harde euro’s investeert vaak niet dezelfde is die deze euro’s ook weer terugverdient. Hoe verreken je maatschappelijk rendement in de boeken?
Gert-Jan Leerink