Om meer inzicht te krijgen in de effectiviteit van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in Noord-Holland Noord, is een reconstructie van 99 casussen uit 2019 uitgevoerd. Daaruit komt naar voren dat de aanpak destijds niet goed genoeg was. Het onderzoek en de daaruit voortkomende aanbevelingen bevestigen eerdere bevindingen, waar inmiddels naar is gehandeld.
Uit het onderzoek blijkt dat slechts 33 procent van de gestarte trajecten in 2019 voldoende werd doorlopen. De gemiddelde periode tussen de melding bij Veilig Thuis en het opstarten van de hulpverlening was 168 dagen. Ook kwam aan het licht dat in 21 procent van de casussen binnen twee jaar sprake was van nieuw geweld, en dat de juiste partijen hiervan niet altijd op de hoogte waren om op in te kunnen spelen.
Het onderzoek van Bureau Regioplan kan een nulmeting genoemd worden. Sinds 2019 is er in Noord-Holland Noord namelijk veel aandacht voor versterking van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling, mede als gevolg van het programma 'Geweld hoort nergens thuis'. In 2020 stelden de regiogemeenten de regiovisie ‘Samen werken aan veiligheid’ vast. In het document en het bijbehorende uitvoeringsprogramma staat het werken aan veiligheid centraal. Veel van de uitgangspunten sluiten aan bij de recente aanbevelingen van Bureau Regioplan. Voorgesteld werd onder andere dat de informatiedeling tussen samenwerkende partijen te verbeteren, de aanpak te monitoren en het zicht op veiligheid te versterken. Ook pleitte het bureau voor een goede en eenduidige invulling van de regio.
De ketenpartners erkennen dat er nog werk te doen is. De komende periode wordt dan ook uitgewerkt hoe de aanbevelingen nog verder in de praktijk kunnen worden gebracht. Het gaat onder andere om verbetering van de informatiedeling tussen samenwerkende partijen, het monitoren van de aanpak, versterking van het zicht op veiligheid en een goede en eenduidige invulling van de regio.